TVE 1973 pagina 3-9 en 3-10
TVE 1973 pagina 3-11 en 3-12
Opnieuw handschrift van Lambert Rijcksz Lustigh ontdekt
Brief van Jan Schram aan Emil Luden over zijn uitgeleende geschriften van Lambert Rijcksz Lustigh
____________________________________
Geschriften
van Lambert Rijcksz Lustigh.
( in het bezit gekomen van Stad en Lande van Gooiland via Jan
Schram uit Huizen )
Map nr. .. Volg nr. .. Benaming op etiket van de map
33 ... I .. Extracten uit berichten van diverse aard.
... II .. Lijst van Huizer erfgooiers 20-01-1707.
... III .. Van de Proceduren en Sententien in de Zaak Contra Francois
Hinloopen. (origineel nr. 059 SL)
34 ... IV.. Beschouwingen over het eigendomsrecht der Erfgooiers
35 ...V .. Over het steken van zoden in de Oostermeent.
36 ..VI .. Sententie van de Hooge Raad van Mechelen en over het
doorluchtig geslacht der Heeren van Amstel
37 .VII .. Diverse stukken uit het Privilegeboekje. (van Naarden)
38 .VIII .. Over het verkiezen van Burgemeesteren en Schepenen.
39 .. IX .. Rekest aan de Staten van Holland over het eigendomsrecht met
beschouwingen van Lustigh
-----------------------------------------------
Pertinente
lijste ende eene warachtige beschrijvinge van alle vreemde manspersonen ende
zoonen van de overleden vreemde mannen enz. bij mij Lambert Rijcksz Lustigh,
Huysen den 22 Januarij 1706. Omtrent 100 personen .
-------------------------------------------------------------------------------
Pertinente
lijste ende eene waragtige beschrijvinge van alle vreemde mans personen ende
zoonen van de overleden vreemde mans personen die jegenwoordigh alle als
vreemdelingen van afkomste, in onse dorpe van Huijssen woonende sijn alle welke
vreemdelingen (ten opsigte van het goijsche meentgebruyck) met alle haare
nakomelingen, het ‘t mij bij wat voor eene vrouwe sij dezelve manspersonen
preoccuperen, in het allerminste geen een eenige regtveerdig titulregt noch eeningh
schijns den regts tot het bescharen of gebruijcken der goijsche gemeente hebben.
____________________
Toelichting:
In 1912 kwam de Erfgooierswet tot stand. De oude erfgooiers Marke ( Vergadering van Stad en Lande van Gooiland) werd vervangen door de ‘Vereniging Stad van Lande van Gooiland’. De toenmalige regering koos als voorzitter de gepensioneerde generaal Emil Luden. Het oude ‘erfgooiers archief’ dat Luden aantrof was ongeordend. Het gemeenschappelijk grondbezit stond zeer vaag beschreven in de kadasters van de verschillende Gooise gemeenten. Om duidelijkheid te verkrijgen hebben Luden en zijn secretaris zelf historisch onderzoek moeten plegen. Veel brieven uit die beginperiode duiden daarop. Bijvoorbeeld: “Begin 1918 zijn van Jan Schram Fzn. Te Huizen ter afschrijving ontvangen eenige geschriften van Lambert Rijcksz Lustigh, gestorven te Huizen December 1727, waarvan Extracten en Afschriften zijn vervaardigd“.
De transcripties zijn in 1919 gemaakt door de secretaris van de “Vereniging Stad en Lande van Gooiland, de heer Jan L. van Os.
(FdG)
_______________________________________
( De
KRONIEK VAN LAMBERT RIJCKSZ LUSTIGH bevindt zich in het Archief van Noord
Holland)
\
GESCHRIFTEN VAN LAMBERT RIJCKSZ
LUSTIGH UIT HUIZEN 1654-1727
Van 1654 tot 1727 leefde in Huizen Lambert Rijcksz
Lustigh.
Deze man was niet alleen schepen van het dorp Huizen, hij
was ook een verwoed kroniekschrijver. Hij beschreef overgeleverde verhalen en
allerlei gebeurtenissen die in het Gooi plaatsvonden. Van zijn hand zijn ook
gedetaileerde verhalen die zich afspeelden in Blaricum. Bijvoorbeeld over de
grote brandin 1696, de veepest en het afzetten van het been van schout
Duurkant. Vooral heeft hij zich verdiept in de rechten van de erfgooiers. Hij
bezocht archieven, zowel in het Gooi als in Amsterdam. Het werd hem niet altijd
in dank afgenomen. Het stadsbestuur van Naarden weigerde hem inzage te geven in
verschillende akten. Lustigh maakte 'lustig' afschriften van allerlei akten.
Veel van zijn geschriften zijn bewaard gebleven. Begin van deze eeuw waren ze
in het bezit van de Huizer Frederik Schram, die op de omslagen met grote
letters zijn naam heeft geschreven.
Na het aannemen van de erfgooierswet in 1912 en de
stichting van de Vereniging Stad en Lande van Gooiland, bleek het
archief van het oude 'Stad en Lande' een puinhoop te zijn. De eerste voorzitter
Emiel Luden (een generaal b.d.) gaf zijn secretaris Jan J. van Os
opdracht zoveel mogelijk oude akten op te sporen die betrekking hadden op de
erfgooiers en hun rechten. Gelukkig had de 19e eeuwse notaris Albertus Perk al
veel vastge
legd in zijn (in 1842 verschenen) Verslag OMTRENT DEN OORSPRONG EN DEN
AARD DER GEBRUIKSRECHTEN OP DE HEIDEN EN WEIDEN IN GOOILAND.
Toch vond Luden het noodzakelijk dat ook de geschriften
van Lustigh werden bestudeerd. Hij leende omstreeks 1918 drie geschriften van
de Jan Frederikzoon Schram, die deze geerfd had van zijn vader. Secretaris Van
Os begon direct transcripties te maken van de oorspronkelijke handschriften. In
het Stad en Lande archief liggen nu zowel de (van Schram) geleende geschriften,
als geschreven en getypte transcripties. Ook ligt er een brief, gedateerd
02.02.1919, van een woedende Jan Fredrikszoon Schram. Luden weigerde de
geschriften terug te geven en Schram dreigde met een advocaat en bekendmaking
in de pers. Hij schrijft o.a. "Zij strekt U als man van stand en
officier in geen enkel opzicht tot eer" en eindigt met de zin: "Op
deze wijze laat ook een eenvoudige Huizer boer zich er niet tusschen
nemen".
Jan Schram en zijn familie bleken echter nog meer
geschriften van Lustigh te bezitten. Schram maakt daar melding van in zijn
brief aan Luden met de opmerking: "Ik zou U aanraden die boeken maar
niet 'ter leen' te vragen, want na de handelswijze tegenover mij, zult U een
stellige weigering oploopen". Inderdaad doken deze boeken later elders
op, zoals bij boekhandel de Slegte. In het blad TVE (jaargang 3) staat
hierover het artikel 'Opnieuw een handschrift van Lambert Rijckxs Lustigh
ontdekt'. Hierin staat o.a.: "Een extra-krediet van de Algemeen
Rijksarchivaris uit Den Haag gaf ons de mogelijkheid dit werk aan te
kopen". In Huizen gaf drukkerij Visser in 1973 een boekje uit met
daarin een aantal verhalen van Lustigh, zonder te vermelden uit welk deel deze
waren overgenomen. Het waren de krenten uit de Lustigh pap, het volledige werk
is tot nu toe niet uitgegeven.
--------------------------------------------------------------------------
Begin februari 1999 werd ik opgebeld door de heer Lammert
Calis uit Blaricum. Uit een erfenis had hij een oorspronkelijk geschrift van
Lustigh gekregen, tot nu toe had het in de linnenkast van een oude dame
gelegen. Het uit 66 bladzijden bestaande
boek mocht ik lenen om er transcripties uit te maken. Ik heb het boek aan
archivaris Dirk Dekema getoond, het was hem onbekend. Voordat ik transcripties
ging maken, heb ik het geleende boek vergeleken met de door secretaris Van Os gemaakte afschriften. Hoewel sommige
gedeelten handelden over dezelfde onderwerpen, zoals schaarbrieven en
erfgooiersrechten, waren de teksten niet hetzelfde.
Tot nu toe heb ik van enkele bladzijden transcripties
gemaakt. Lustigh schrijft verhandelingen over de erfgooiersrechten en verwijst
daarbij naar de bijlagen achter in het boek. Deze bijlagen zijn afschriften uit
Schepenboeken van de stad Naarden en de Gooise dorpen. Ik bezit fotokopieen
van akten uit Oud Rechtelijke aktenboeken van Blaricum, die dezelfde teksten
bevatten als in de bijlagen staan. Wel is het handschrift van Lustigh goed
leesbaar in tegenstelling tot dat van de oorspronkelijke akten van Jacobus
Thierens.
LUSIGCA
____________________________________
OPMERKING:
Oktober
2007 is de nieuwe inventaris van het 'erfgooiersarchief' gereed gekomen.
zie nu:
8.4
Lambert Rijksz Lustigh
Aantekeningen
van de Huizer Schepen Lambert Rijcksz Lustigh (geb. 1654 - overl. 1727)
inv.
nrs. 3712-3715
______________________________
GASTENBOEK